's Nachts krijgen gebouwen een heel andere uitstraling. Alle lijnen en kleuren ondergaan een transformatie, daarom vind ik de stad 's nachts zo mooi. Ik zoek tussen alle vormen naar leidende lijnen. Die kunnen bijvoorbeeld worden gevormd door een weg die naar een gebouw leidt, of onderdeel zijn van de structuur van een ander gebouw. Wat je hiermee bereikt, is dat je de blik van de kijker als het ware de foto in trekt.
Ik zoek ook naar onregelmatigheden, bijvoorbeeld zoiets simpels als een gebouw waarvan alle lampen op één na aanstaan. Zulke afwijkingen zijn een interessant aandachtspunt, want mensen merken patronen of onderbrekingen in patronen vaak snel op.
Het liefst begin ik onvoorbereid aan een shoot. Vaak kies ik één gebouw om te fotograferen en dan bekijk ik alle hoeken of perspectieven waaruit ik kan fotograferen. Dankzij deze natuurlijke beleving blijf ik creatief. Als ik een shot vooraf al helemaal heb uitgedokterd en weet dat het zonlicht op een specifieke dag en tijd op een bepaald punt valt, kan ik daarop wachten en de foto maken. Als ik echter weinig verwachtingen heb, blijf ik fotograferen, omdat ik nooit weet hoe het samenspel van het licht, de schaduwen en de reflecties eruit zal zien.
Eerder dit jaar stond ik op Times Square in New York. Ik keek net als elke toerist omhoog en draaide een rondje om alle neonlichtjes en torenhoge gebouwen in me op te nemen. Vervolgens pakte ik mijn FE 12-24 mm f/4 G-lens erbij en maakte ik een foto recht omhoog, waarop alle gebouwen de aandacht naar de verkeerslichten in het midden van de foto trekken. Als je de camera omhoog richt, levert dat bijna altijd een interessante foto op, want er zijn maar weinig mensen die de wereld op die manier zien.
Sinds kort gebruik ik ook de nieuwe FE 12-24 mm f/2.8 G Master-lens. Ik vind de extra 1 eV aan licht fijn. Dankzij de hoeveelheid licht die de lens binnenkomt, vind ik het prima om zonder statief te fotograferen. En ik kan erop vertrouwen dat de beeldkwaliteit nog steeds goed is als ik de ISO-gevoeligheid van de Alpha 7R III verhoog. Het is prettig om zonder statief te werken, want zo kan ik me vrijer bewegen terwijl ik de omgeving verken en foto's maak. Als ik een lange belichtingstijd wil gebruiken of de sterrenhemel wil fotograferen, zet ik de camera natuurlijk wel op een statief.
Ik heb laatst de FE 20 mm f/1.8-lens gebruikt om de komeet Neowise in de lucht boven Bodiam Castle te fotograferen. Er gebeurde veel in het plaatje, maar ik moest een paar belangrijke keuzes maken over de plaatsing van alle elementen. Ik wist dat de komeet laag in de lucht te zien zou zijn en ik wilde ook de weerspiegeling in de slotgracht op beeld hebben voor een interessant element op de voorgrond. Daarom heb ik de camera zo ingesteld dat de komeet precies boven een van de torentjes van het kasteel zou komen te staan. Ik wilde dat het kasteel het eerst zou opvallen bij kijkers, dan de sterren in de lucht en als laatste pas de komeet.
Ik ben gek op mijn supergroothoeklenzen, maar dit zijn niet de enige lenzen waarmee ik werk. Ik leerde fotograferen met een 35 mm-lens, dus die brandpuntsafstand gebruik ik nog steeds graag voor traditionelere shots. Het is belangrijk om te weten welke lens of brandpuntsafstand je moet gebruiken en waarom, vind ik, en vaak leer je dat uit ervaring. Meestal heb ik de FE 24-70 mm f/2.8 G Master-lens bij me. Hiermee kan ik uit verschillende brandpuntsafstanden kiezen en een reeks foto's schieten om een soort verhaal te creëren. Daarnaast gebruik ik de FE 70-200 mm f/2.8 G Master-lens, maar die is groter en zwaarder, dus die neem ik alleen mee als ik zeker weet dat ik hem tijdens een shoot ga gebruiken. Bijvoorbeeld als ik vanaf een dak fotografeer en de architectuur van een bepaald gebouw wil vastleggen, of iets wat heel ver weg is.
Een van de belangrijkste adviezen die ik architectuurfotografen kan geven, is om pas te stoppen met fotograferen als het hele plaatje op de camera klopt. Als je met een supergroothoeklens fotografeert, kan het lastig zijn om alle elementen perfect uit te lijnen. Het Paleis van Justitie in Wenen was een droom om te fotograferen. Daar zijn zo veel lijnen. Ik maakte de foto met 16 mm en met zo'n grote hoek moet je ervoor zorgen dat alles perfect recht is, anders klopt het plaatje niet. Ik gebruik altijd de rasterlijnen op de Alpha 7R III. Die laat ik aanstaan tijdens het fotograferen, want ze helpen me ervoor te zorgen dat alle lijnen recht zijn. Met de digitale waterpas kan ik controleren of de camera ook recht staat ten opzichte van de grond. Bekijk de foto ten slotte ook nog eens goed op het scherm voordat je de locatie verlaat, zodat je zeker weet dat je het juiste shot hebt.
"Volg je dromen, verken de wereld en geniet terwijl je de weg erheen in beeld brengt."