Mijn passie voor sportfotografie komt van alle verhalen rondom een evenement. Wat er op het veld gebeurt, is natuurlijk belangrijk, maar het is niet het enige waar het om draait. Er valt zo veel meer te vertellen.

De vraag is echter: hoe doe je dat door middel van fotografie? Ik deel graag een aantal tips.

Om te beginnen

Welke sport je ook wilt fotograferen: voor goede foto's is het essentieel dat je de sport kent en begrijpt en dat je inzicht hebt in het mogelijke spelverloop. Je moet hierop kunnen inspelen en klaarstaan om dat ene mooie shot te maken als de kans zich voordoet, want je hebt maar één kans om een doelpunt of try vast te leggen.

Bij snelle sporten zoals rugby is er geen tijd om na te denken over het aanpassen van de camera-instellingen of welke lens je wilt gebruiken. Je moet als het ware op gevoel werken en dat kan alleen als je goed weet hoe het spel werkt, over de juiste apparatuur beschikt en genoeg ervaring hebt. Als je net begint, kun je het beste bij de basis beginnen. Ga op zoek naar een sport die je aanspreekt en leer je apparatuur goed kennen door regelmatig te oefenen.

Geweldige foto's maken

Ik ga tijdens een wedstrijd altijd op zoek naar betekenisvolle momenten die een verhaal vertellen en die de foto's nieuwswaardig maken. Als ik bijvoorbeeld een rugbywedstrijd fotografeer, zoek ik naar acrobatische try's, emotionele vreugdemomenten en actierijke tackles. Al die momenten leveren geweldige foto's op die zowel op sociale media als in nationale kranten goed werken.

Je moet voor de beste foto's ook op de juiste plek staan. Hierbij ben je erg afhankelijk van de beperkingen die in het stadion gelden, maar de posities hangen ook af van mijn visie voor de foto's. Soms richt ik me specifiek op één club of een bepaalde speler. Als een speler bijvoorbeeld zijn honderdste wedstrijd speelt of als we verwachten dat iemand een nieuwe mijlpaal behaalt, let ik extra goed op vanuit welke positie en welke hoek ik fotografeer, zodat de kans op dat perfecte shot het grootst is.

De juiste apparatuur

Ik gebruik doorgaans de α9 en de α7R III. De α9 is mijn alleskunner en ik gebruik hem vaak samen met de FE 400 f/2.8 G Master- en de FE 70-200 f/2.8 G Master-lens om snelle actie te fotograferen.

De α7R III gebruik ik voor groothoekshots, samen met de FE 16-35 f/2.8 G Master- of de FE 24-70 mm f/2.8 G Master-lens, afhankelijk van het stadion waarin ik werk en wat voor shot ik voor ogen heb. Soms gebruik ik de α7R III ook om op afstand foto's te maken. Dan plaats ik hem achter een goal of de tryline, klaar om belangrijke acties vast te leggen.

Met deze twee lenzen samen kan ik alle actie fotograferen, waar ik ook sta.

De juiste instellingen gebruiken

Als ik foto's maak, gebruik ik altijd handmatige belichting. Voordat de wedstrijd begint, doe ik een lichtmeting vanaf het gras midden op het veld en daar vergrendel ik de belichting op. Zo zorg ik ervoor dat de belichting consistent is voor alle foto's die ik tijdens de wedstrijd maak.

Bij het fotograferen van zo'n snelle sport komt de modus voor continue automatische scherpstelling erg goed van pas. Die helpt me de haarscherpe shots te maken die ik nodig heb. Ik maak ook gebruik van de optie om automatische scherpstelling te activeren met een knop aan de achterkant van de camera, vaak de AE-L-knop, waarbij de scherpstelling via de sluiterknop is uitgeschakeld. Hierdoor wordt er direct een foto gemaakt zodra je de sluiterknop indrukt.

Ten slotte: probeer met 20 fps te schieten als je je op de actie richt. Voor mij biedt dit veel meer kansen om op een belangrijk moment het perfecte shot te maken. Het is belangrijk dat de bal in het shot te zien is, of een bepaalde emotie. Als ik die mis, is het moment voorbij en als dit stukje niet klopt, zijn al mijn andere inspanningen voor niets geweest.