Een draadloze LAN-verbinding heeft een lage signaalsterkte, valt weg of gedraagt zich abnormaal.

Storing van een 2,4 GHz of 5 GHz telefoon kan verbindingsproblemen veroorzaken wanneer je een 802.11a, 802.11b, 802.11g, of 802.11n draadloos netwerk gebruikt (WLAN). Deze draadloze normen gebruiken dezelfde frequenties. Andere draadloze apparaten zoals Bluetooth®-apparaten, babyfoons, elektronische garagepoorten, magnetrons of draadloos speelgoed kunnen storingen veroorzaken. Ook hoogspanningslijnen of metalen oppervlakken zoals muren of bureaus kunnen storing veroorzaken. De verbindingsproblemen kunnen pauzes, onderbrekingen of ander afwijkend gedrag met het draadloze netwerk omvatten.

Enkele mogelijke oplossingen voor het probleem:

• Verander de locatie van de draadloze router of het basisstation van de draadloze telefoon.
• Verander het kanaal dat door de draadloze router wordt gebruikt.  
• Bedien de telefoon met de antenne naar omlaag, als die optie beschikbaar is.
• Gebruik een draadloze telefoon met een andere frequentie dan 2.4 GHz.
• Beperk het gebruik van Bluetooth-apparaten of schakel de Bluetooth-adapter in de computer uit.

• Dit probleem kan zich ook voordoen als je bent verbonden met een onbeveiligd draadloos netwerk of een Gastnetwerk. Als u een draadloze verbinding gebruikt, moet u controleren of u verbonden met een beveiligd Wi-Fi® netwerk (aangeduid door het vergrendelingspictogram) in de lijst van wifi-instellingen.

BELANGRIJK:

• Voor informatie over het veranderen van het kanaal van een draadloze router of toegangspunt, raadpleeg je de bij het apparaat meegeleverde handleiding of neem je rechtstreeks contact op met de fabrikant.
• Veel 2.4 GHz en 5 GHz draadloze telefoons werken met de zogenaamde frequency hopping-technologie. Deze technologie gebruikt het volledige frequentiegebruik, ook gebruikt door 802.11a, 802.11b, 802.11g en 802.11n draadloze apparaten. Het veranderen van het kanaal van de draadloze router lost het storingsprobleem dus mogelijk niet op.