Wanneer ik video en audio op de tv afspeel via het draadloze netwerk, verslechteren de beeld- en geluidskwaliteit wanneer ik andere draadloze apparaten tegelijk gebruik.
Een draadloze LAN-verbinding die gebruikmaakt van de functie BRAVIA room link, de functie Screen Mirroring (Scherm spiegelen) of de functie Wi-Fi Direct kan de kwaliteit van het geluid en het beeld op de tv verslechteren wanneer andere draadloze apparaten worden gebruikt. De volgende veelgebruikte apparaten kunnen storing veroorzaken:
- Draadloze telefoons
- Transceivers
Ga als volgt te werk om de video- en geluidskwaliteit te verbeteren.
OPMERKING: Elk van deze stappen biedt een mogelijke oplossing voor het probleem; controleer de kwaliteit van het geluid en het beeld telkens nadat je een stap hebt uitgevoerd.
- Verwijder het draadloze apparaat uit de buurt van de tv en het draadloze toegangspunt. OPMERKING: Een draadloze toegangspunt is doorgaans een Wi-Fi-router of modem.
- Stel indien mogelijk het draadloze toegangspunt in op 5 Ghz. OPMERKING: Als 5 Ghz niet wordt ondersteund door het draadloze toegangspunt, ga dan naar stap 4.
- Voer vanaf het menu Settings (Instellingen) van de tv een Network Set-up (Netwerkset-up) uit.
- Verbreek de verbinding van de overige draadloze apparaten of schakel deze uit.
OPMERKINGEN:
- De tv ondersteunt een 5 Ghz-aansluiting als toegangspunt
- Een 2,4Ghz-aansluiting moet worden gebruikt voor Wi-Fi direct en Screen Mirroring (Scherm spiegelen).