Páll Stefánsson woont in een van de mooiste landschappen ter wereld en heeft dan ook altijd een camera bij zich. Meestal is het zijn geliefde Sony Alpha 7R III die overal mee naartoe gaat, samen met een van zijn vele prime-lenzen, maar hij gebruikt ook andere Alpha-camera's. Pálls werk brengt hem naar de meest afgelegen delen van het eiland en ook tijdens het gesprek dat we met hem hadden over zijn foto's, stond hij op een klif waar hij al 15 uur lang niemand anders of zelfs maar een auto had gezien. Na een tijdje rondlopen wist hij gelukkig een plek te vinden met telefoonbereik en vertelde hij ons over een aantal van zijn favoriete foto's die hij van zijn thuisland heeft gemaakt.
“Als ik luchtfoto's maak, snijd ik ze graag flink bij om dit soort abstracte beelden te creëren. Ik was in de zomer al een paar keer over deze plek gevlogen, maar ik wist dat ik in de winter terug wilde komen om het prachtige contrast vast te leggen tussen de besneeuwde witte grond, het zwarte vulkaansteen en het helderblauwe water van de gletsjer.”
Het lastigste aan luchtfoto's is dat je ter compensatie van de beweging en trillingen van het vliegtuig een heel snelle sluitertijd moet gebruiken. Voor deze sterk bijgesneden foto heb ik de Sony FE 85 mm f/1.4 GM-lens gebruikt en ik moest het raampje van het vliegtuig openen om doorheen te fotograferen. Je moet snel kunnen denken en al voordat je afdrukt, weten wat je wilt vastleggen. Op die hoogte en bij de ijskoude temperaturen van de winter worden je handen heel snel heel erg koud. Als je opgaat in het moment en bezig bent met fotograferen, denk je daar niet over na, maar achteraf merk je wel hoe verkleumd je bent.
“Dit was een bijzonder beeld voor Reykjavik. De sneeuw was als een soort tapijt. Ik liep naar buiten en was echt verrast: er lag ongeveer 60 centimeter sneeuw, dus je kon niet rijden. Ik wist dat ik dit vanaf een grotere hoogte moest fotograferen, dus ik belde de dominee en vroeg hem of hij de kathedraal voor me wilde openen zodat ik helemaal naar boven in de toren kon klimmen. Het was vroeg en de zon kwam nog op, dus ik fotografeerde de lange schaduw van de iconische kathedraal die zich over de stad uitstrekte. Dat was een gelukstreffer, want ik wilde eigenlijk gewoon het witte kleed van sneeuw fotograferen dat alle kleur uit de stad had weggenomen. Ik maakte de foto met de Sony Alpha 7R II en een 50 mm f/1.4-lens, meer had ik ook niet bij me. Ik gebruik nooit zoomlenzen, want ik kan me met een vaste brandpuntsafstand veel beter op het beeld en de compositie concentreren.”
“Ik fotografeer graag op de kortste dag van het jaar. Mensen vergeten soms dat het in IJsland halverwege december 21 uur lang donker is en dit shot is rond de middag gemaakt. De zon is nog maar net op en gaat dan al weer onder. Tijdens deze uren is het licht ook heel zacht.” Páll vervolgt: “Dit shot had ik helemaal niet gepland. Ik had een locatie uitgekozen en ging erheen om iets te fotograferen met mijn Alpha 7R II. Toen ik er eenmaal was, zag ik de paarden en de eilanden op de achtergrond. Samen met het middaglicht leverde dat een prachtig plaatje op.”
“Deze foto is gemaakt met de Alpha 7R III en de FE 24 mm f/1.4 GM-lens. Als je foto's maakt in een ijsgrot, heb je een groothoeklens nodig, want de ruimtes zijn erg smal. Ik vind 24 mm een fijne brandpuntsafstand omdat dat niet te breed is en je een goed beeld krijgt van de ruimte. In de ijsgrotten zette ik mijn camera op een statief, want het was daarbinnen zo donker. Het licht dat je ziet binnenkomen, is het natuurlijke daglicht dat door het gletsjerijs schijnt. In de verte zie je ook de gids op de foto. Ik vind dat een belangrijk element, want hiermee krijg je een beter beeld van de schaal. Zonder die persoon heb je geen idee van de omvang van de ijsgrotten. De grotten ontstaan doordat smeltend gletsjerijs kleine riviertjes vormt die zich een weg door de gletsjer banen. Ik vind het geluid fascinerend: het is heel stil en surrealistisch. Soms hoor je iets kraken of piepen als het ijs breekt en dat is wel eng, want je wilt natuurlijk niet dat er duizenden kilo's ijs op je vallen.” Páll zegt tot slot: “Ik voel me echt bevoorrecht om IJsland als thuisland te hebben en ik wil mensen graag meevoeren op een reis door dit land. Toch blijft het mijn hoofddoel om mooie foto's te maken.”
"Mijn fotografie kan net als de wind elke dag een andere kant op waaien. Ik ben vooral dol op uitdagingen, zelfs als ze klein zijn."