De beelden zijn niet scherp (Camcorder)
De beelden zijn niet scherp
E en vuile lens kan de scherpstelling belemmeren en wazige beelden opleveren. De lens vooraan kan per ongeluk met een vinger worden aangeraakt, zodat er wat vet op de lens achterblijft. U moet de lens dan met een zachte droge doek (microvezel) schoonmaken.
Controleer of de camera op Autofocus staat.
In bepaalde omstandigheden kan de camcorder echter moeilijk automatisch de juiste focus bepalen
· Donkere omgeving (Autofocus kan zich niet correct of niet snel genoeg aanpassen)
· Bewegend onderwerp (bv. kinderen, huisdieren, sportevenementen)
· Tijdens het gebruik van de zoom (telelens) kan een beweging van de camera het beeld gemakkelijk onscherp maken
· Wanneer u de digitale zoom (indien beschikbaar) gebruikt, kan de videokwaliteit afnemen
· De camera wordt gebruikt voorbij de minimale afstand tussen de camcorder en het onderwerp waarop een scherpe focus mogelijk is.
Bovendien moet u in sommige lichtomgevingen de camcorder manueel scherpstellen.
Als de omstandigheden niet geschikt zijn voor automatische scherpstelling, stelt u de focus manueel in.
Om te verzekeren dat de camcorder correct geconfigureerd is, zet u hem best terug naar de fabrieksinstellingen.
Zet de camera op een van de volgende manieren terug. Raadpleeg de bedieningsinstructies van uw toestel om te weten of uw camera een RESET-knop of een reset-optie heeft. De camera kan op een van de volgende manieren worden teruggezet.
· Met de reset-optie van het menu
· Met de RESET-knop van de camera
· Een manuele reset uitvoeren
1. Schakel de camera uit.
2. Verwijder de batterij.
3. Verwijder de lithium-knoopbatterij.
4. Laat de camera 30 seconden zonder stroom
5. Plaats de lithium-knoopbatterij terug.
6. Plaats de batterij terug.
7. Schakel de camera in.
Dit zorgt ervoor dat de camcorder niet verkeerd geconfigureerd is.
Opmerking: u zult de datum en tijd opnieuw moeten instellen.
De volgende procedures is aanbevolen als eenvoudige test van de automatische scherpstelling van de camcorder:
Schakel de camcorder na de reset in en selecteer de filmmodus.
Stel de camera in op de modus iAUTO/AUTO, via het menu of door op de knop iAUTO van de camera te drukken.
Controleer of u het pictogram iAUTO op het lcd-scherm ziet.
Film een onderwerp op 1 meter van de camcorder, in een lichte omgeving en met de zoom ingesteld op Wide (W). Dit verzekert dat het probleem niet door een verkeerde instelling wordt veroorzaakt.
Bekijk de beelden en let op de goede scherpstelling.
Als het probleem niet is opgelost en de camera nog altijd niet goed scherpstelt, is hij waarschijnlijk defect en kan reparatie nodig zijn.